Bijen en andere insecten bestuiven samen ongeveer 75 procent van onze bloemen, groenten en fruit. In een versteende omgeving vinden ze steeds minder voedsel en nestelplekken. Slecht nieuws, want zonder bijen hebben we bijvoorbeeld geen aardbeien, appels, bonen of pompoenen. Maak daarom van uw tuin een bijenparadijs. Een bijvriendelijke tuin heeft zo min mogelijk stenen en veel bloeiende planten, struiken en bloemen. Dat biedt ook ruimte om te nestelen.  

Inheemse plantensoorten die na elkaar groeien 

Bijen komen in onze tuinen op zoek naar eten: nectar en stuifmeel. Als u verschillende soorten bloeiende planten, struiken, bomen en bloemen in de tuin of op het balkon zet, dan hebben meerdere bijensoorten wat te eten. Zorg dat er een ‘bloeiboog’ ontstaat. Plantensoorten bloeien dan na elkaar; van het voorjaar tot en met de herfst.  

De voorkeur gaat uit naar inheemse planten. Dat zijn planten die van nature in ons land groeien. Bijen zijn op deze planten afgestemd en ze kunnen daardoor goed bij de nectar en het stuifmeel. Sommige bijensoorten eten alleen van een paar soorten inheemse planten. In een bijvriendelijke tuin staan zo veel mogelijk biologisch gekweekte planten. Dat zijn planten zonder gif. Dan weet u zeker dat de bijen er niet ziek van worden. U ziet aan een keurmerk of een plant biologisch is gekweekt. Gebruik in de tuin ook geen gif voor andere dieren, zoals luizen, slakken of mieren. Het gif maakt geen onderscheidt tussen een luis of een bij. Bijen nemen het gif mee naar hun nest. Of, als de bij wordt opgegeten, geven ze dit gif weer door aan andere dieren.  

Bijen gebruiken water om hun dorst te lessen of af te koelen bij warm weer. Zet daarom een schoteltje met een klein laagje water neer. Heeft u een vijver in de tuin? Als die vijver een schuine rand heeft en er liggen wat stenen in die boven de rand uitsteken, dan kunnen de bijen en andere insecten er gemakkelijk in en weer uit komen. 

Plekken om te nestelen  

Net elke wilde bij nestelt op dezelfde manier. Dat doen ze grofweg op twee verschillende plekken: in hout en holle stengels óf in zelf gegraven gangen in de grond. Om de bijen te helpen met nestelen, laat u takken en holle stengels liggen. Of hang een geschikt bijenhotel op, op een plek waar minstens 70 procent van de dag zon schijnt. Zo kunnen de bijen zich goed opwarmen. En houd een stukje grond vrij van planten zodat de bijen daar gangen kunnen graven. Een andere manier is om een bak te vullen met leemhoudend zand en deze op een zonnige plek te zetten. Bijen leggen eitjes in zelf gegraven gangen in de grond, het hout, de holletjes of de bijenhotels. Uit de eitjes komen larven die zich in een paar maanden tijd verpoppen tot volwassen bijen.  

Help de wijkbijen van Capelle 

Elke wijk in Zuid-Holland en dus ook Capelle heeft ‘eigen’ wijkbijen om voor te zorgen. In Capelle gaat het om negen wijkbijen. Weet u welke wilde (wijk)bij u kunt helpen aan voedsel- en nestelplekken?