1. Zet de verwarming een graadje lager

  • Zet de thermostaat 1 graad lager. 19 graden is vaak warm genoeg als u een warme trui aandoet.
  • Gebruik een radiatorventilator. Die plakt of klemt u onder de verwarming. De warme lucht wordt zo sneller door de kamer verspreid.
  • Een makkelijke klus is het plaatsen van folie achter de radiator. Zo isoleert u de muur en ontsnapt de warmte niet.
  • Zet de thermostaat ’s nachts lager. Maar niet helemaal uit. Dit voorkomt dat de leidingen bevriezen en dat het erg lang duurt voordat uw woning weer is opgewarmd. Dit geldt ook wanneer u overdag de deur uit bent. Het advies is om de thermostaat bij verwarming door radiatoren ‘s nachts terug te zetten op 15 graden. Bij vloerverwarming is het advies 17 of 18 graden, omdat het langer duurt voordat vloerverwarming warm wordt. Hetzelfde geldt voor een warmtepomp.

2. Check de lampen

In de winter is het eerder donker is staan de lampen ook weer langer aan. Dit ziet u meteen terug op de energierekening. Check daarom even of in alle lampen ledlampen zitten. Oudere gloeilampen verbruiken 25 watt per uur. Een ledlamp van 200 tot 300 lumen verbruikt 2 tot 4 watt. Vervangen is dus altijd beter voor de energierekening. Doe het licht altijd uit als er niemand in de kamer is. Tip: plaats een sensorlamp in de kelder of op de zolder. Zo weet u zeker dat de lampen hier niet onnodig branden.

3. Ventileer!

Zet ook in de winter regelmatig een raam open. Een goede ventilatie is heel belangrijk in de winter. Want door ramen en ventilatieroosters dicht te houden, blijft de vervuilde lucht in de woning hangen. Dit kan er voor zorgen dat de woning extra vochtig wordt. En vochtige lucht warmt veel langzamer op dan droge lucht. Zet daarom regelmatig een raam open en zorg voor goede luchtcirculatie.

4. Ontlucht de verwarming

Om het huis winterklaar te maken is het ook slim om alle radiotoren goed te ontluchten. Zo worden ze sneller en beter warm en hoeft u minder lang te wachten op een verwarmd huis in de winter. Door ze jaarlijks te ontluchten, hoort u ook geen borrelende of tikkende geluiden meer in de cv-installatie. Lees hoe ontluchten gaat.

5. Houd deuren en gordijnen dicht

Houd de deur van de hal en gang naar de woonkamer dicht. Zo gaat de kou niet naar warmere ruimtes in de woning. Laat warmte niet ontsnappen via de ramen, ook al zijn ze dicht. Gordijnen zijn daarom een goed isolatiemiddel. Laat ze alleen niet over de radiatoren heen vallen, want dit houdt de warmte weer tegen. Komt er tocht onder de deur door? Er bestaat een speciale tochtstrip om onderaan de deur te plakken. Of leg een opgerolde handdoek voor de spleet.

6. Wintercheck voor de cv-ketel

Met dalende temperaturen wilt u niet plots in de steek gelaten worden door de verwarming. Laat de cv-ketel daarom controleren voordat het echt gaat vriezen. Door deze goed te onderhouden verbetert u de werking en verlengt u de levensduur.

7. Plaats een brievenbusborstel

Met een brievenbusborstel zorgt u ervoor dat de kou buiten blijft, maar kan de post wel nog steeds worden bezorgd. Zijn de haren helemaal omgekruld, dan is het tijd voor een nieuwe. Ook onderaan de deur kunt u een borstel bevestigen tegen tocht van buiten. Met een tochtstrip langs de deurstijlen, maakt u de entree helemaal tochtvrij. Is de trap naar boven in de hal? U kunt een gordijn hangen voor de trap naar boven, om te zorgen dat kou niet naar boven trekt als de voordeur open gaat. Een dik gordijn achter de voordeur ophangen, is ook nog een idee. Zeker bij een oudere voordeur met enkel glas erin.

8. Let op waterschade

Iets wat veel wordt vergeten is het afsluiten van de buitenkraan. Als het vriest is het verstandig om de buitenkranen en kranen in niet vorstvrije ruimtes zoals schuren en garages af te tappen. Een volle waterleiding kan namelijk vastvriezen en uiteindelijk springen. Houd ook de dakgoten om deze reden schoon en bladervrij. Wanneer de dakgoten verstopt raken, blijft er water in staan wat kan bevriezen. Met alle gevolgen van dien.